Verval van de literatuurkritiek
Boekenbijlagen slinken of verdwijnen. Echt serieuze beschouwingen lees je bijna nergens meer. Alles moet tot een paar honderd woorden worden teruggebracht, want wij leven immers in snelle tijden. Gevolg: oppervlakkige recensies en recensenten die kiezen voor vertrouwde namen en elkaar napraten (zie de top tien lijstjes). Treurige tijden.
Dan verschijnt ‘De Boom’van Govert Derix, schrijver en filosoof, een kloek werk (630 p.), bestaande uit 7 delen. Iets heel anders dan een ‘gewone’ roman. Hier buitelt de taal over zichzelf heen. Een caleidoscopisch werk. De bomen komen in opstand, er dreigt een oorlog tegen bomen (‘war on trees’).Bommen tegen bomen. Het boek (de boeken) wordt bevolkt door vele karakters, die elk op hun speciale manier acteren, waarin de zorg (of juist niet) om natuur en klimaat de onderliggende grondtoon is.
Het boek waait vele kanten op. Het verwoordt de idee dat alles met alles samenhangt, zoals op p. 518 staat: ‘Het inzicht dat we verbonden zijn met alle mensen, dieren en planten maakt ons onsterfelijk en maakt dat het verhaal van deze boom ook ons verhaal is.’
We doen het terrein van de poëzie en de filosofie aan, maar ook dat van de kwantum-mechanica: alles in het universum is met elkaar verbonden en verstrengeld. Een idee dat ook in de ‘Duineser Elegien’, door mij vertaald als ‘De elegieën van Duino’(Uitgeverij IJzer, Utrecht) van Rainer Maria Rilke wordt gepredikt, en, zo blijkt in het boek ook door Derix gekend wordt. Dood en leven zijn twee kanten van dezelfde medaille in de Elegieën.Een hebzuchtig en egoïstisch ingrijpen in het ene veroorzaakt eveneens schade aan het andere. Bij Rilke is de boom een metafoor voor dat idee: de stam en bladerkroon boven de grond, maar tegelijk, als spiegelbeeld, het machtige wortelstelsel onder de grond. Ze kunnen niet zonder elkaar.
Het zevende en laatste deel van het boek ‘Arboreade’is een orgie van taal, een prozagedicht wemelend van nieuwe woorden. Speels en humorvol.
Het boek kort kenschetsen valt niet mee. Het is een grote greep om de noodzaak van een andere omgang met de aarde te vervlechten met een andere omgang van de taal.
Chapeau voor Derix: Nu nog een serieuze recensent (een laatste der Mohikanen?) die zijn tanden hier eens in zet en tijd neemt om dit werk te analyseren en te beschouwen.
Atze van Wieren, Groningen oktober 2022